Bij FH Nijlen willen we kinderen & jongeren op een leuke manier laten kennismaken met volleybal. Kinderen met talent krijgen de kans om zich verder te ontwikkelen tot op een zo hoog mogelijk niveau. De iets minder getalenteerde spelers willen we plezier aan volleybalsport laten beleven. Dat dit geen evidente opdracht is, spreekt voor zich, toch is het de doelstelling om naar best vermogen deze keuzes te maken. Alle spelers bieden we een zo breed mogelijk opleiding aan en houden we zolang mogelijk alle opties open. Vanaf de scholieren wordt gestart met specialisatie, afhankelijk van de speler kan dit eventueel ook reeds vroeger. De jeugdcompetitie maakt deel uit van de jeugdopleiding. Dit wil zegen dat iedereen die regelmatig komt trainen en zich inzet op training speelkansen krijgt. In de competitie worden de vaardigheden die op training werden aangeleerd in een wedstrijdsituatie toegepast. Wedstrijdwinst is geen doel bij onze regionale jeugdteams, de wijze waarop wordt gespeeld is wel van belang. Helaas hebben we niet genoeg spelers in alle leeftijdsgroepen, daarom wordt er soms buiten categorie gespeeld. Dit is geen keuze, maar een noodzaak, maar ook hier primeert de groei op resultaten In de bekerwedstrijden primeert het resultaat wel op het gespeelde niveau.
Jeugd vs senioren : Prestatie vs ontwikkeling
Bij de seniorenploegen wordt prestatiegericht getraind, m.a.w. trainen in functie van de tegenstrever en het winnen van de volgende wedstrijd. Het nagestreefde doel is op korte termijn. Bij de jeugdploegen wordt ontwikkelingsgericht getraind. Het accent van de trainingen evolueert door de jeugdreeksen heen van individuele techniek en tactiek naar bewust omgaan met strategie. Er wordt getraind in functie van de ontwikkeling van de individuele spelers en van de groep. Een bepaald thema wordt daarom gedurende een langere periode aangehouden, ook indien hierdoor wedstrijden worden verloren. Het nagestreefde doel is op lange termijn.
Leeftijd - volleybalniveau
In dit jeugdplan zijn bij de opeenvolgende jeugdcategorieën de leeftijdskenmerken en de biologische leeftijd (leeftijd in jaren) opgenomen. De leeftijdskenmerken en de biologische leeftijd stemmen niet noodzakelijk overeen omdat het ontwikkelingsritme van kinderen kan verschillen. De volleybalervaring die reeds werd opgedaan speelt eveneens een rol. De indeling van een speler in een bepaalde jeugdcategorie wordt vooral bepaald door het volleybalniveau van de spelers.
Trainersopleiding en begeleiding
In elke jeugdcategorie hebben we 1 of meerdere jeugdploegen. Dit is het streven. Al deze ploegen worden begeleid door gemotiveerde jeugdtrainers. We stimuleren onze trainers tot het volgen van opleidingen waarbij de (aspirant-) initiator het minimum is en tot het regelmatig volgen van clinics. Doelstelling is om voor elke ploeg een trainer of coach te voorzien die zoveel mogelijk opleiding volgt het minimumstreven is inderdaad initiator. Echter is dat niet altijd mogelijk. De jeugdcoördinator organiseert daarom op regelmatige tijdstippen vergaderingen met de verschillende jeugdtrainers en motiveert de trainers tot het volgen van bijscholingen. Tevens worden er begeleidende trainingsevaluaties voorzien.
Technische leerlijn jeugdopleiding
De Zandbak (3 tot 6 jaar)
De bewegingsschool wordt bij FH Nijlen ook ‘Zandbak’ genoemd. Voor dit niveau is geen competitie voorzien.
LEEFTIJDSKENMERKEN 3 TOT 6 JAAR
Een kind van 3 tot 6 jaar met een normale motorische ontwikkeling vertoont de volgende eigenschappen:
• Het wil de wereld en zichzelf ontdekken • Het ontwikkelt zichzelf op eigen tempo en volgens eigen inzichten
• Spelen is een bezigheid voor kinderen • Kinderen leren door te verkennen
• Kinderen leren door vallen en opstaan
De kinderen leven in een wereld van spel en fantasie. Ze kunnen moeilijk de aandacht op iets vestigen of houden. Ze leren door andere kinderen na te doen. De kinderen zijn egocentrisch ingesteld en er is nog geen neiging tot samenwerking.
DOELSTELLINGEN
Motorische en cognitieve ontwikkeling
PROGRAMMA
We bieden bij de Zandbak veel afwisseling aan in bewegingsomlopen. Er wordt een algemene motorische ontwikkeling aangeboden met ruimte voor spel, fantasie en creativiteit.
ALGEMEEN
De basis zijn psychomotorische vaardigheden. BESS = Body, Effort, Space en Shape.
• Body (lichaam): kennis van het eigen lichaam zowel in rust als in beweging.
• Effort (de manier waarop een beweging wordt uitgevoerd): vloeiend – verkrampt, continu –
discontinu
• Space (ruimte): Richtingen, richtingsveranderingen, niveaus, vlakken, rotatieassen
• Shape (vorm): groot – klein, breed – smal, hoog – laag…
De kinderen krijgen de kans om zelf initiatief te nemen. Ze kunnen op eigen tempo de omgeving
verkennen. Er wordt gewerkt aan de algemene motorische vaardigheden. Hierbij komen al de
bewegingsfamilies aan bod:
• kruipen en sluipen
• rollen en tuimelen
• hangen en slingeren
• trekken en duwen
• lopen en springen
• gooien, werpen en vangen
• evenwicht en balanceren
•...
U9 (6 tot 9 jaar)
Er is nog geen sprake van echt volleybal. Er worden vaardigheden ontwikkeld die de basis vormen voor de volleybal specifieke vaardigheden. Vanaf deze leeftijdsgroep kan er deelgenomen worden aan VIStornooien en de 2tg 2 georganiseerde competities. Vanuit de doorstroming willen wij ook altijd 1 of meerdere teams inschrijven.
LEEFTIJDSKENMERKEN 6 À 9 JAAR.
De kinderen leven in een wereld van spel en fantasie. Ze willen veel bewegen, maar ze kunnen moeilijk
de aandacht op iets vestigen of houden. Het kind is vooral op zoek naar het hoe en waarom van de
dingen en naar de wetten van het sociale leven.
DOELSTELLINGEN
Spelvorm 1 tegen 1 en 2 tegen 2 met 1,2 of 3 balcontacten, waarbij het eerste contact mag gebeuren met vangen en gooien. Het eventuele tweede en/of derde contact mag een ruwe volleybaltechniek zijn.
PROGRAMMA
Er worden nog geen technieken aangeleerd, de kinderen worden vertrouwd gemaakt met bewegingen die ze later bij het volleybal kunnen gebruiken (analytische benadering). De trainingen omvatten geen specifiek fysiek gedeelte. De oefeningen worden in spelvorm aangeboden. Er is veel variatie en er wordt gewerkt met veel materialen.
TECHNISCH
Het is belangrijk dat alles evenwichtig wordt getraind. Zo worden verplaatsingstechnieken zowel voorwaarts en achterwaarts als naar links en rechts getraind. Er wordt gewerkt aan veel balvaardigheid met het accent op vangen en werpen. Balbaaninschatting en vangen van de bal op verschillende manieren (hoog en laag, voor en boven het lichaam) zijn belangrijke thema’s. Balvaardigheid:
• Onderhands en bovenhands vangen
• vangen en gooien
• inlopen naar de bal en stabiel onder de bal komen
• positie van de bal boven het hoofd en voor het lichaam
Aanval:
• ruwe slagbeweging en werpen met kleine ballen en knuffels
Verdediging:
• diverse vormen van rollen
Opslag:
• aanleren onderhandse opslag, zowel met platte hand als met vuist
TACTISCH
Als – dan situaties
Technische leerlijn jeugdopleiding
Diverse spelvormen met elkaar en tegen elkaar. Zowel individueel als per 2 spelen.
U11 (E-jeugd)
Vanaf dit niveau kan er aan competitie 2 tegen 2 en 3 tegen 3 deelgenomen worden.
LEEFTIJDSKENMERKEN: 9 À 11 JAAR
De kinderen zijn heel beweeglijk en willen presteren. Dit is de ideale leeftijd voor het vastleggen van een aantal basisvaardigheden. Er is een evolutie van speelhouding naar arbeidshouding maar het concentratievermogen blijft beperkt. Sociaal gezien wil het kind opgenomen worden in een groep. De kinderen leren samenwerken en hierdoor kunnen teamspelen naar voor gebracht worden. Bij spelvormen wil het kind zich aanpassen aan de spelregels.
DOELSTELLINGEN
Wedstrijd 3 tegen 3 met 3 volleybalcontacten in ruwe vorm, er wordt nog geen perfectie van de technieken verwacht.
PROGRAMMA
Vanaf U11 wordt gestart met het aanleren van de verschillende volleybaltechnieken. Er wordt nog geen perfectie van de bewegingen nagestreefd. Er wordt veel variatie aangeboden in de oefenstof en plezierbeleving ligt centraal. Veel spelen en veel balcontacten zijn belangrijk.
TECHNISCH
De bovenhandse techniek is hier de belangrijkste techniek omdat de spelers zich hier meer en sneller moeten verplaatsen. Snelle balbaaninschatting en snelle verplaatsing is belangrijk. Onderhands is een‘luie’ techniek. Elke volleybaltechniek wordt eerst analytisch aangeleerd en daarna worden technieken voorafgegaan door een verplaatsing. Na de verplaatsing is er een stopmoment en dan pas volgt het balcontact. Er wordt aandacht gegeven aan het voetenwerk, de bal moet bovenhands kunnen gespeeld of gevangen kunnen worden met linker- en rechtervoet voor. Ook na een verplaatsing moet de bal met de juiste voet voor kunnen gespeeld worden. (frontaliteit)
Bovenhandse techniek:
• Voor het spelen: Lopen, pivoteren en stilstaan
• Tijdens het spelen: er wordt gestreefd naar een ruwe toetstechniek
o buig -en strekbeweging van armen en benen
o de bal wordt gespeeld boven het hoofd
o de handen vormen een kommetje.
• Na het spelen: snel volgende positie innemen
Receptie (onderhandse techniek) :
• Voor het spelen:
o verplaatsen (voorwaarts, zijwaarts, achterwaarts en combinaties)
o stoppen in evenwicht
o juiste positie t.o.v. de bal innemen
• Tijdens het spelen:
o lage en brede split
o bal spelen op de voorarmen (polsen)
o armen maken een korte duwbeweging
• Na het spelen: snel volgende positie innemen
Aanval
• Aanloop en sprong:
o Nadruk op laatste 2 passen. (rechts-links voor rechtshandige)
o Armswing
• Slag:
o Heup en romp opendraaien
o Wapenen voor de slag
o Wijzen met niet-slag arm naar de bal
o Klapbeweging van de pols (topspin)
o Bal hoog raken met open hand
o Follow-through
• Landing: landen op 2 voeten in evenwicht en verder stappen
(onderhandse) opslag
• Voor het spelen: starten uit stilstand of eventueel 1 of 2 stappen voor de slag.
• Tijdens het spelen:
o in evenwicht staan, linkervoet voor bij rechtshandigen
o Bal vasthouden in de linkerhand
o Bal slaan met platte hand (of vuist indien nog te weinig kracht)
o Door de benen buigen vlak voor de slag en strekken tijdens de slag
o Hand wijst de bal achterna
• Na het spelen: in het veld komen
Verdediging
• Voor het spelen: verplaatsen
o Voorwaarts
o Zijwaarts
o achterwaarts met backpaddle en shuffle
• Tijdens het spelen: brede en lage split
• Na het spelen: snel volgende positie innemen
TACTISCH
Voor- tijdens- na-principe.
Als – dan principe.
Spelvormen evoluerend van 1 met 1 naar 3 tegen 3.
Duidelijk onderscheid tussen spelen met elkaar en spelen tegen elkaar.
Technische leerlijn jeugdopleiding
U13 (D-jeugd)
LEEFTIJDSKENMERKEN: 12-13 JAAR
Kinderen leren snel en willen presteren en zijn op hun hoogtepunt van vitaliteit en levenslust. Dit is
ideaal voor het aanleren van motorische vaardigheden. Het denkvermogen evolueert van concreet
naar abstract. De kinderen zijn in staat om kritisch en objectief de prestaties van zichzelf en van
anderen te vergelijken en beoordelen. De trainer mag inzet en concentratie verwachten.
DOELSTELLINGEN
Wedstrijd 4 tegen 4 met 3 goed uitgevoerde volleybaltechnieken, waarvan het derde contact een
slagtechniek is. (al dan niet met sprong)
PROGRAMMA
Er is een overgang van algemene opleiding naar specifieke volleybalopleiding door specifieke
bewegingsvaardigheden en techniektraining samen met een tactische thema. Er wordt meer aandacht
gevraagd om samen te spelen.
fysiek
• aandacht voor stabilisatie –en preventieoefeningen
• lenigheidsoefeningen
TECHNISCH
Receptie
• Voor het spelen: verschillende verplaatsingstechnieken
• Tijdens het spelen:
o frontaliteit naar de spelverdeler
o stabiele split
o schouders maximaal heffen en rug bol maken
o onderarmen vormen een breed speelvlak
o Actieve strekbeweging naar de bal toe
• Na het spelen: aanvalspositie of dekkingspositie innemen
Spelverdeling
• Voor het spelen: verplaatsingstechnieken (goed onder bal komen)
• Tijdens het spelen:
o lichte voorwaartse spreiding van de voeten (netvoet voor)
o steunen op 2 voeten in evenwicht
o armen licht gebogen in de ellebogen
o bal neutraal boven het hoofd spelen
o handen groot en vingers gespreid en maken zacht contact met de bal
o zowel voorwaarts als achterwaarts kunnen spelen
• na het spelen: dekking geven en beoordeling kwaliteit pas
Aanval
Er wordt hier verder gewerkt aan techniek met nadruk op:
• aanval op een lager net waardoor de spelers de bal naar beneden kunnen slaan
• enkel aanval op hoge passen- innemen van homepositie voor aanval positie 2 en 4
• voetenwerk, passenritme en explosieve aanloop
• armswing
• opendraaien romp
• slagbeweging: topspin
• aanval op eigen opgegooide bal
• aanval op door trainer aangegooide bal
• tipbal
Opslag
• onderhandse opslag: verschillende richtingen
• bovenhandse opslag
o topspin (zie aanvalsslag)
o float: lage opgooi en bal met harde hand raken (hand kaatst terug op de bal)
Blok
• symmetrisch oefenen van zijwaartse verplaatsingen (sides) met behoud van frontaliteit
• eenmansblok
• netoverschrijding (lager net)
• observatie van de aanval
• timing van sprong
Verdediging
• verplaatsingen eindigen in splithouding
• veel grondcontacten
• starthouding
o lage brede spreidstand
o grounding
o de knieën zijn diep gebogen (projectie voor de tenen)
o romp evenwijdig met de onderbenen
o handpalmen naar boven
o armen licht gebogen voor het lichaam
o ontspannen klaarstaan
• nadruk op verdediging van ballen in zone A (ballen op het lichaam)
• frontaliteit, schouders achter de bal brengen
• ballen worden hoog naar het midden van de eigen speelhelft verdedigd
• creëren van backspin door
o het plooien van de ellebogen
o romp naar achter te bewegen en heup naar voor
• het geven van dekking bij aanval
o handen hoger dan de ellebogen
TACTISCH
• Voor- tijdens- na-principe.
• Als – dan principe.
• Perceptie- en observatieoefeningen.
• Aanvalsopbouw vanuit complex 1 (side-out) en complex 2 (tegenaanval).
• Spelvormen evolueren van 2 met 2 naar 4 tegen 4
• Kunnen spelen volgens afspraken.
Technische leerlijn jeugdopleiding
U15 (C-jeugd)
LEEFTIJDSKENMERKEN 14-15 JAAR
In de puberfase is er disproportie tussen lichaamsdelen door de lengtegroei, maar spiervolume is niet gelijkmatig meegegroeid. Enkele mogelijke gevolgen hiervan zijn:
• minder vloeiende bewegingen • slechte coördinatie
• oneconomisch gebruik van krachtinzet. • bewegingsonlust (schijnen lui te zijn)
Dit alles maakt het moeilijk om nieuwe technieken aan te leren. De uitvoering van technieken kan (tijdelijk) minder nauwkeurig verlopen.
DOELSTELLINGEN
Wedstrijd 6 tegen 6, met goede uitvoering van alle basistechnieken.
PROGRAMMA
Er wordt nog geen vroegtijdige specialisatie gedaan, iedereen leert alles en iedereen speelt nog elke positie. Het ‘echte’ volleybal (met 6 spelers) wordt gespeeld. Er wordt gewerkt aan verdere verfijning van alle volleybaltechnieken.
Fysiek
• lenigheid onderhouden
• accent op versterking van houdingspieren
o Buikspieren
o Rugspieren
o stabilisatie en preventie
o Beenspieren
TECHNISCH
Receptie
• verplaatsingstechnieken
• correcte lichaamshouding
• ballen voor en naast het lichaam (zowel links als rechts)
• nadruk op bal naast het lichaam spelen. Bij bal links van het lichaam, linkerschouder hoog en rechterschouder laag. Rug bol maken en met de schouders de bal naar de spelverdeler ‘sturen’.
• In de bal stappen bij float-opslag
• Verdedigingstechniek bij harde spin-opslag
• Bovenhandse receptie
Spelverdeling
• verplaatsingstechnieken
• snel inlopen en positie onder de bal innemen
• steeds indraaien naar positie 4
• verplaatsing eindigt met rechtervoet voor bij bal aan het net
• voorwaartse en achterwaartse pas na zowel links als rechts indraaien
• pas in richting tegengesteld aan verplaatsingsrichting.
• frontaal en over de schouder spelen (bal buiten 3m lijn)
• aandacht voor hoge en precieze pas
Aanval
• aanval op hoge en halfhoge ballen
• innemen homepositie 4 -3 -2
• bal hoog raken boven het hoofd
• perfectioneren van de aanloop
• aanloop : schuin en rechtdoor
• gericht slaan in de aanlooprichting
• techniek tipbal (verschil agressieve tip en verdedigende tip)
• aanval op halfhoge ballen in het midden (2de tempo)
Opslag
• top spin en float
• jump en jumpfloat
• gericht opslaan
Blok
• geen perfectie maar wel leerproces inzake perceptie van tijd en ruimte
• uitgangshouding voorblokopstelling
• verplaatsing met sides en cross
• netoverschrijding
• balblok (bal bepaalt positie van het blok)
• read and react blok
• verschil hoekblok en middenblok
Verdediging
• eenvoudige verplaatsingen: 1ste tijd en 3de tijd verdediging
• houding in verdedigende split
• eenvoudige verdedigingen
• ballen naast het lichaam
• hoog en laag verdedigen
• schuifduik/zweefduik, uitvalpas met rol, cornettorol
• verschil tussen downball en freeball
TACTISCH
Receptie
• afspraken i.v.m. receptiezones
• onderscheid tussen links en rechts spelen i.f.v. positie opslaggever.
Spelverdeling
• Inlopen spelverdeler vanuit positie 1 en 6
• hoge pas naar positie 2 of 4
• halfhoge pas naar 3
• aanspelen pipe-aanvaller
Aanval
• vanuit verschillende spelsituaties (zowel in complex 1 als complex 2) tijdig homepositie
innemen.
• Homepositie aanpassen aan positie spelverdeler
• signaal aan spelverdeler geven: pas vragen
Blok
• eenmansblok en tweemansblok vanuit neutrale vooropstelling
• kennis van de 3 blokmomenten (receptie, pas en aanval)
• receptie observeren en beoordelen: afhankelijk van de receptie begeeft de middenblokker
zich al dan niet sneller naar hoekpositie.
• spelverdeler observeren op het moment van het spelen van de bal.
Verdediging
• positie aanpassen aan de pas en aan de aanval
• transitie
Alles samen trainen
• opslag en receptie
• receptie en pas
• receptie en aanval
• receptie en aanvalsdekking
• blok en verdediging
• blok/verdediging en tegenaanval
U17 (B-jeugd)
LEEFTIJDSKENMERKEN : 16-17 JAAR
Op het einde van de puberteit komt de motoriek terug tot het niveau van voor de puberteit en de
bewegingen worden terug economischer. De jongeren kunnen de eigen mogelijkheden en
beperkingen inschatten alsook die van ploeggenoten. Het groepsgevoel wordt belangrijk.
DOELSTELLINGEN
Alle technische aspecten worden in een 6 tegen 6 wedstrijdsituatie perfect beheerst en met
bijkomende tactische opdrachten.
PROGRAMMA
Een algemene opleiding blijft belangrijk, maar er wordt stilaan met specialisatie gestart. Op training
traint iedereen alles maar op wedstrijden wordt rekening gehouden met de individuele specialisaties.
Op conditioneel vlak wordt intensiever gewerkt.
Op fysiek vlak :
• lenigheid onderhouden
• stabilisatie -en preventieoefeningen
• krachttraining via eigen lichaamsgewicht, lichte gewichten of elastieken
Receptie
• ballen buiten het lichaam – ook zonder frontaliteit
• snelle verplaatsingen over grote afstanden
Spelverdeling
• spelverdeler vanuit positie 1, 6 en 5 en overgaan naar vaste spelverdeler
• eerste tijd: kort voor, korte steek, kort achter en fly
• 2de handse dreiging
Aanval
• eerste tempo aanval
• shotjes
• pipe-aanval en aanval positie 1
• variëren van de aanvalsaanloop
• kracht komt na precisie
• ontwikkeling van de slagrichtingen (straat, diagonaal, contraslag)
• blok out
Opslag
• zones beheersen
• opslag als eerste aanval
• opslag om aanvalsopties tegenpartij te beperken
Blok
• juiste keuze van de verplaatsingsmotoriek (sides of kruispas)
• gesloten tweemansblok
• hupblok en squatblok
• read and react en commit
• agressief blok of defensief blok
• open of gesloten voorblokopstelling
• balblok
• lijnblok of diagonaalblok (de slagarm van de aanvaller bepaalt de positie van het blok)
• 2de en derde blokmoment
Verdediging
• eenarmige technieken om bal te recupereren
• afspraken in verdedigingsposities maken en houden
• werken met tactische afspraken i.v.m. verdedigingszones
TACTISCH
• afstemming van pas, aanval, blok en verdediging op eerste en derde tijd
• receptieopstelling met 2,3 of 4 spelers
• receptieopstelling afhankelijk van het type opslag
• er wordt gewerkt met één spelverdeler : systeem 1-5
• aanvalscodering afspreken
• opslag als tactisch wapen
• opleiden van libero
U19 (A-jeugd)
LEEFTIJDSKENMERKEN : 18-19 JAAR
De jongeren bereiken het stadium van volwassenheid en hebben vaste keuze gemaakt inzake studies, sport en hun sociale leven. De ploeg neemt een belangrijke plaats in.
DOELSTELLINGEN
In een 6 tegen 6 wedstrijdsituatie worden alle technische en tactische aspecten volledig beheerst en kunnen bijkomende tactische opdrachten van de coach uitgevoerd worden.
PROGRAMMA
Er is een doorgedreven specialisatie van de verschillende posities in het volleybalspel. De trainingen zijn afgestemd op de individuele specialisaties en de ploegafspraken. Alles wordt getraind, maar de specialisaties worden meer specifiek getraind. De specialisaties zijn spelverdeler, opposite, hoekreceptiespeler,
middenspeler en libero. De basistechnieken, opslag, blok, verdediging, onderhands en bovenhands spelen, moeten door iedere speler beheerst worden.
Op fysiek vlak
• lenigheid onderhouden
• streven naar juiste verhouding tussen algemene en specifieke krachttraining
• snelheid is maximaal en er kan intensief op getraind worden
• sprongkracht
• snelkracht en explosieve kracht
TECHNISCH
Receptie
• bij sprongopslagen wordt de receptietechniek een verdedigingstechniek
• streven naar een perfecte receptie i.f.v. de opbouw van de eigen aanval
Spelverdeling
• gesprongen pas waar mogelijk
• tweede tijd aanval op de hoek
• spelen buitenkant en 1m binnenkant
• spelen met de tactische opties spreiding en overload
Aanval
• slaan via blok en blok out
• Combinaties
Blok
• running blok
• commit
• assistblok
• drieblok
TACTISCH
Men speelt volgens vaste afspraken in receptie en aanval. Er wordt een uitgebreid blok -en
verdedigingssysteem afgesproken. De receptieopstelling is in functie van de receptiespelers die meer
verantwoordelijkheid krijgen. Er wordt tactische gespeeld in functie van de kwaliteit van de receptie
en de aanvalsmogelijkheden. De spelverdeler houdt rekening met blokopstelling en blokkwaliteit van
de tegenpartij.
Blok
• tweede en derde blokmoment leren observeren
• blokken van de bal : neutraal en in lijn- of diagonaaloptie
Tactische opdrachten van coach kunnen uitvoeren in verloop van spelsituatie.
Senioren doorvertaling jeugdwerking
Zodra onze jeugdspelers de leeftijd van U17 bereiken, proberen we hen (indien gewenst of gevraagd) ook al in te schakelen in een of meerdere seniorteams en dat op alle seniorniveaus. Hierdoor krijgen ze extra speelkansen en start de ontwikkeling in het seniorgebeuren. Er zal tussentijds goed afgestemd
dienen te worden tussen de trainers om geen overbelasting van de jeugd te veroorzaken en tevens een individueel groeiplan op te stellen.
Deze leerlijn kwam tot stand door input uit diverse lectuur, gesprekken binnen de werkgroep jeugd, overleg met de trainers (zowel jeugd als seniors) en wordt jaarlijks bijgewerkt.
Bron & Inspiratie : Cursus Initiator- Cursus Instructeur B- Cursus Trainer B- Jeugdvolleybal : Aangepaste spelvormen voor club en school- (E. Rousseaux – J. Rutten – M. Spaenjers)